WE MOETEN ONTMOETEN

Ja hoor, spuit elf geeft ook modder. Ik moest zo nodig nog een blog over het virus schrijven. Saai? Waarschijnlijk wel. Waarom begin je er dan over? Nou dat zal ik je vertellen. Ik kreeg net de rekening van Parkmobile voor de maand maart. €34,- schoon aan de haak. En ik werd er blij van. Nou ja, soort van. Het is nog niet een derde van mijn maandelijkse kosten aan het tijdelijk plaatsen van mijn auto. En met mijn tankbeurten ging het al niet veel anders. Nog geen tank in de week, normaal toch minimaal twee. Ik ben direct begonnen met geld opzijzetten. “Want wie wat bewaart die heeft nog wat”, zei m’n opa al.

Nou klaag ik niet. Als zzp’er in de marketingcommuniecasie heb ik opvallend weinig last van de huidige stilstand van zaken. Ik besef hoeveel mazzel ik daarmee heb. Ook nu moet er verbinding worden gemaakt, moeten verhalen worden gedeeld en boodschappen worden (over)gebracht. Voor de bedrijven die doordraaien en voor diegene die “stilstaan”. We maken nu plannen, verzinnen, vernieuwen, beeldbellen en Mailchimpen wat af. En zo werk ik, net als de meeste kantoormensen, geheel tegen de filosofie van Bever #buitenzitvanbinnen, vanuit huis, vanuit binnen. Niet dat ik dat anders niet doe, maar iets viel me op. Het gaat iets eenvoudiger. En dat komt vooral omdat er een heleboel niet moet.


“PORNO GAAT HARDER DAN OOIT EN
VREEMDGAAN IS OPEENS WEER TABOE”

Ik moet niet naar verjaardagen toe, heb geen bedrijfsborrels of koppen koffie op terrassen en ik moet niet uit. Niet naar de bioscoop en niet naar het museum. Ik moet niet naar mijn opdrachtgevers en niet naar leveranciers, netwerken doen we simpelweg digitaal. Met vrienden borrelen we via WhatsApp (de hele fles voor mij alleen) en op de meivakantie moet ik me vooral niet te veel verheugen. Ik moet ook niet meer uit eten, bestel al mijn favoriete koks gewoon thuis. Ideaal. Geen wachttijd, geen mensen op mijn lip en geen gedoe over de rekening. En vreemd genoeg is vreemdgaan opeens weer taboe met een besmettingsgraad van onder één. Porno gaat harder dan ooit, maar ik hoor zelfs mensen die weer seks hebben met hun vaste partner. Gaat het met Tinder en Second Love wel goed eigenlijk?

Eigenlijk zie zelf ik nog maar zes mensen live van dichtbij, twee ervan geef ik knuffels, de rest is op anderhalve meter ofzo. Ik ben aan het ontmoeten, met de nadruk op niet moeten. Behalve dan het contact met de buren door de heg en die korte momentjes in de supermarkt of gewoon op straat. Een vriendelijke knik, meer mensen doen dat nu opeens, een vluchtig hallo, inclusief een angstige blik en af en toe een spontane vraag. Toen ik vanochtend de deur uit ging voor een rondje hardlopen, liep ik, met tussenruimte, tegen een oude baas aan. Ik knik en lach en hij zegt: wat woont u gerieflijk. En die zin vond ik zomaar wonderschoon. Dit moeten we vaker doen. Mooie woorden gebruiken bedoel ik, vervlogen woorden en nieuwe, dat maakt me niks uit. We moeten mooie dingen zien en benoemen, de helden vereren en de helden helpen, passen op elkaar en het opnieuw in elkaar passen. Alleen dan ben ik blij met de huidige status quo. Ondertussen wens ik allen die de nadelen ervaren ontzettend veel kracht. Stukkies schrijven stelt maar bar weinig voor, dat móet duidelijk zijn.